NOGA: ‘Politiek vergeet reden voor legalisering’

Sommige politici schreeuwen moord en brand over het aantal online gokkers in Nederland. Ze willen dat de legalisering wordt teruggedraaid. Die oproep valt slecht bij NOGA, een van de brancheorganisaties van online kansspelaanbieders. ‘Men gaat voorbij aan de reden waarom de Wet op kansspelen op afstand destijds is ingevoerd.’

De onrust onder politici begon nadat de Kansspelautoriteit een rapport publiceerde. Daarin meldde de toezichthouder dat het aantal geregistreerde online gokkers in de tweede helft van vorig jaar verdubbelde tot 860.000.
Omdat spelers vaak meerdere accounts hebben schat de Ksa het totaal aantal spelers op zo’n 365.000 gokkers. Zestig procent daarvan is volgens de Ksa nieuw en gokte dus niet voordat de markt eind 2021 werd gelegaliseerd.

Kamerleden geschokt

Direct na publicatie werd duidelijk dat de cijfers in de media verkeerd werden uitgelegd als een explosieve toename van het aantal gokkers sinds de regulering van online gokken, terwijl daar in de praktijk niets concreets over te zeggen valt. Evengoed reageerden enkele politieke partijen geschokt en drongen recentelijk zelfs aan op een verbod.

Met name de Tweede Kamerleden Van Nispen (SP), Omtzigt (NSC) en Bikker (ChristenUnie) stelden op basis van het KSa-rapport dat het online gokken compleet uit de hand loopt. Ze eisen opheldering van minister Weerwind.

Volgens de politici is het kabinet gewaarschuwd voor de groei van het aantal gokkers door legalisering van de markt. Nu zit het land, aldus de Kamerleden, ‘opgescheept’ met 450.000 nieuwe gokkers. Door de vermeende groei moet volgens de politici ook automatisch het aantal probleemgokkers zijn toegenomen.

Rapporteur: gevolgen ‘desastreus’

Het beeld van een groeiend gokprobleem werd dit najaar verder versterkt door een rapport van de Nationaal Rapporteur Verslavingen, Arnt Schellekens. In zijn rapport met de titel ‘Gokken met gezondheid’ waarschuwt hij de Tweede Kamer voor ‘desastreuze gevolgen’ van de legalisering.

Schellekens vindt dat het online gokken veel mensen in problemen brengt, variërend van schulden tot depressie en suïcidaliteit. De rapporteur vindt dat gokbedrijven hun zorgplicht onvoldoende serieus nemen en spelers niet genoeg beschermen tegen overmatig gokken. Er moet volgens hem o.a. een individuele spellimiet komen die door de bedrijven samen aan probleemspelers kan worden opgelegd.

’Wet biedt basisbescherming’

Peter-Paul de Goeij is managing director van NOGA, Nederlandse Online Gambling Associatie. Hij snapt dat de branche kritisch wordt gevolgd, maar heeft moeite met het ongenuanceerde beeld van dit moment.
Hij zegt: ‘Van meet af aan roepen de partijen die tegen legalisering waren om strengere maatregelen. Ze hebben kennelijk geen boodschap aan de reden waarom deze wet is ingevoerd. Dat was niet om de aanbieders een plezier te doen maar om ervoor te zorgen dat online gokken in een veilige en beschermde omgeving zou gaan gebeuren. Mensen gokken nu eenmaal online, of het is toegestaan of niet. Dat kan je niet tegenhouden. De wet biedt Nederlanders die online willen gokken een basisbescherming waarop door de overheid streng wordt toegezien.’

Geen goede cijfers over groei

De discussie wordt volgens de NOGA-voorman in politiek Den Haag gevoerd op basis van angsten, aannames en een ongelukkige uitleg van het Ksa-rapport. Volgens hem liepen de schattingen van het aantal online gokkers vóór legalisering uiteen tussen 1 en 1,8 miljoen. De toezichthouder komt in haar rapport tot veel lagere aantallen online gokkers in Nederland.

De Goeij: ‘Allereerst: wereldwijd neemt de participatie in online gokken jaarlijks toe, ook in Nederland, dus los van de legalisatie. Bovendien ontbreken harde cijfers die aantonen dat het aantal online gokkers sinds de legalisatie aanzienlijk is gestegen. Dit geldt eveneens voor het aantal geregistreerde probleemgokkers. Organisaties als Jellinek en Trimbos erkennen voorzichtig dat er nog geen duidelijke signalen zijn.’

Meer zicht op aantal verslaafden

Op dit moment lijkt het aantal gokverslaafden dat zich aanmeldt bij klinieken, zoals gerapporteerd door LADIS, licht af te nemen. Ondertussen heeft de legalisatie van online gokken geleid tot meer inzicht in het werkelijke aantal deelnemers en probleemgokkers.

De Goeij: ‘Dit inzicht verdwijnt als men besluit om alles opnieuw te verbieden, aangezien we dan geen idee hebben van de omvang van het illegale aanbod. Illegale aanbieders staan nergens onder toezicht. Iets dat je verbiedt verdwijnt niet, je ziet het niet meer. Kennelijk denken sommige politici: wat niet weet dat niet deert. Als NOGA vinden we dat Nederlanders recht hebben op de bescherming van de Nederlandse overheid, ook zij die online willen gokken.’

Ongenuanceerd debat

De online kansspelbedrijven vinden de plannen van sommige partijen om de online gokmarkt maar weer te verbieden dus zeer onverstandig. Zij betreuren het ongenuanceerde debat rondom online kansspelen dat vaker op basis van angsten en aannames plaatsvindt dan op basis van feiten en onderzoek.

De sector heeft meermalen bij mediaorganisaties en de Kansspelautoriteit erop gewezen dat de ontstane beeldvorming onjuist is. Een groeiend probleem kan op basis van de cijfers niet worden vastgesteld. De aanbieders willen het tekort aan bruikbare data wegwerken met eigen onderzoek. In april publiceert onderzoeksbureau IPSOS in opdracht van NOGA een nieuwe ‘online kansspel barometer’. Peter-Paul de Goeij: ‘Met deze barometer kunnen we de trends zien en onderzoeken hoe effectief maatregelen werkelijk zijn’.

NOGA is opdrachtgever van het onderzoek maar wil het graag breder trekken. De Goeij: ‘IPSOS heeft nadrukkelijk de vrije hand en we nodigen belanghebbenden ook uit om bij te dragen aan het onderzoek. De sector heeft behoefte aan onafhankelijke, betrouwbare en vergelijkbare data op basis waarvan we de effectiviteit van het beleid kunnen beoordelen en eventueel kunnen aanpassen.’