De beste casino review site van Nederland. Lees beoordeling
~ FHM
Gokverslaving bestaat al vele jaren en is niet voorbehouden aan een specifieke doelgroep. De geschiedenis wijst uit dat er bekende personen met een vooraanstaande positie een gokverslaving hadden. Dostojevski is een Russische schrijver die in 1881 is overleden en waarvan het verhaal rondgaat dat deze persoon al het geld en vermogen uitgegeven heeft aan roulette. Multatuli is eveneens een schrijver en deze heeft zich toegelegd op theorieën en praktijken die betrekking hebben op roulette. Het is bekend dat deze schrijver met het spelen van roulette zeker twee keer zijn geld heeft verspeeld.
Er is geen twijfel dat gokverslaving niet iets is van de laatste jaren. Het verschil met vroeger is echter dat gokverslaving meer in de openbaarheid is gekomen. Er verstrijkt uiteraard tijd tussen de eerste keer gokken en het ontwikkelen van een gokverslaving. Dit kan een periode van jaar zijn, maar bijvoorbeeld ook van twintig jaar. De zogenoemde incubatietijd bedraagt overigens vijf jaar. Tegenwoordig zijn er allerlei instanties die zich bezighouden met gokverslaving. Ook dit draagt bij aan de openbaarheid.
Het is tegenwoordig veel gemakkelijker dan in het verre verleden om het aantal gokkende personen in kaart te brengen. Dat zijn er in Nederland ongeveer 800.000. Daarnaast zijn er in totaal meer dan vijf miljoen mensen in Nederland die wel eens met een loterij meedoen of lotto spelen. Er zijn ook wel 400.000 mensen die een keer een casino bezoeken en de helft van het genoemde aantal speelt wel eens bingo. Ook krasloten zijn populair, want maar liefst 600.000 schaffen wel eens een kraslot aan. Alle leeftijden gokken in Nederland, jongeren vanaf 18 jaar en ook veel ouderen.
In 2005 heeft het Ministerie van Justitie opdracht gegeven om een onderzoek te laten uitvoeren naar probleemgokkers. Dit onderzoek is door het Centrum van Verslavingsonderzoek uitgevoerd. Hieruit is gebleken dat er ongeveer 40.000 spelers als probleemgokkers zijn aan te merken in Nederland. Een tweevoud daarvan is volgens het onderzoek aan te merken als risicospeler. Het onderzoek is al even geleden, maar daaruit blijkt wel dat in Nederland het aantal probleemspelers lager ligt dan verwacht was. Er werd al sinds 1995 veronderstelt dat er ongeveer 70.000 probleemgokkers waren.
Het onderzoek merkt probleemgokkers aan als een ‘waarschijnlijk kansspelverslaafde’ en met een ‘mogelijk kansspelverslaafde’ werd een risicospeler aangeduid. Door beide groepen bij elkaar op te tellen, waren er destijds in totaal 116.000 risicovolle kansspelspelers. Dit onderzoek heeft lange tijd de basis gevormd voor het benoemen van een aantal van 40.000 gokverslaafden in Nederland. AGOG ziet de groep ‘mogelijk kansspelverslaafde’ echter ook als een groep die hulp nodig heeft. Het is bovendien de verwachting dat het aantal gokverslaafden toeneemt, omdat het tegenwoordig heel gemakkelijk is om online te gokken. Ook de opkomst en populariteit van poker is daar debet aan en heeft er zelfs voor gezorgd dat de incubatietijd onder jongeren beneden de vijf jaar uit is gekomen.